Uit hoofdstuk 7: Eh…, vraagje

Vooraan staan mannen met elektrische gitaren. Lars wil gaan kijken. Hij kijkt vragend achterom. Maar Kelly wijst op de stoelen van de achterste rij:
‘Dan kunnen we zo weer weglopen.’
Een zangeres zingt een langgerekt ‘Halleluja.’
Kelly fluistert: ‘Dit is vast een kerk. Straks gaat die meneer in dat pak heel lang praten.’
Kelly gaat in Amsterdam ook naar een kerk.
Ze fluistert zenuwachtig: ‘We kunnen nu nog weg!’

Een meisje met een paardenstaart komt naar ons toegelopen. Of we meekomen naar de andere kinderen van de bovenbouw.
Sam trekt zijn wenkbrauwen omhoog.
‘Doen?’ fluistert Kelly.
‘Misschien hebben ze daar tafels,’ sist Lars net iets te hard.

vijfkinderen

We lopen achter de paardenstaart aan. In een kleine ruimte staan tafels met stiften klaar. Achterin staat een korte mevrouw. Ze heeft een brede mond en rode krullen.

‘Hé, vier nieuwen! Welkom bij de zondagsschool!’
Lars aarzelt: ‘Eh, wij moeten om elf uur weer thuis zijn. We komen alleen even wat vragen.’
De vrouw knikt.
‘Kunnen we vrijdag deze tafels lenen?’ Hij wijst.
Je kan wel merken dat Lars oudere broers heeft die zo praten.
Kelly knijpt in mijn armen. Sam fronst. Gaat die leuke vrouw ons nu wegjagen?
Kelly roept gauw: ‘Pardon, neemt u me niet kwalijk dat we u storen.’
Sam schraapt zijn keel en ik sta klaar om weg te rennen.

De roodharige stelt zich voor: ‘Ik ben Madelon. Jullie storen niet. Ik ben blij dat jullie een keer in de kerk komen kijken.’
Ik ga weer op twee benen staan en Sam kijkt op.
‘Ik hou wel van kinderen die vragen stellen,’ lacht ze.

( pagina 57 )