In elke taal maken mensen gebaren. Ze praten met hun handen. Ze tekenen in de lucht. Ze trekken er gezichten bij. Soms groeien zo vaste gebaren.
Buurvrouw Greet de Koter sprak over stiekem gedoe. Mannen spuugden op de grond. En vrouwen sloegen hun hand voor hun mond. Ze riepen ook nog ‘Ohh wat een schande!’
Die gebaren en dat spugen hoorden bij de schok. Ze schrokken.
Praten met je handen en praten met gebaren. Wat is het verschil? Weet jij het?
Antwoord: Gebaren uit de doventaal staan voor begrippen. Net als woorden. Want woorden drukken ook begrippen uit.
Terwijl gebaren bij uitroepen vooral emoties uitdrukken. Net zoals kreten geven ze ook gevoelens weer. Oh ik schik. Ah dat snap ik.