All posts by taej0

alive

raadsels met dierengeluiden

We waren natuurlijk best melig op zolder bij Hom en Diet, toen we daar logeerden. Daarom kwamen we toen met de volgende raadsels. Ze gaan allemaal over dieren en hun geluiden. Want het gekke is dat dieren in elke taal weer andere geluiden maken. Als je de sprekers moet geloven. Want voor mij klinkt een Franse koe (MEU) hetzelfde als een Nederlandse (BOE).

Raadsel 1 Wat doet een Duitse hond als hij verdwaald is­?

Raadsel 2 Wat doet een Franse haan?

Raadsel 3 Wat doet een ezel bij nacht in Parijs?

Raadsel 4 Hoe overbrugt een ezel de rivier de Waal?

Raadsel 5 Hoe overbrugt een ezel de rivier de Seine in Parijs?

Raadsel 6 Waarom zijn alle Franse kalkoenen aan de drank?

Raadsel 7 Welk dier zegt Prrrr Talieloe!

(Antwoorden volgen hieronder.)

Carlijns schrift

In mijn schrift staat een rijtje woorden die los nooit

voorkomen.  Kijk maar:

Gratis voor bevoegden. (hi hi, dat klinkt raar).

Ik ga geten. Voordat ik het vergeet. (Geen idee wat dat betekent).

Ik wil niet onnozel lijken. Maar ‘nozel’ klinkt echt net zo erg.

Jij wordt onpasselijk van vieze dingen, maar ‘passelijk’ voelt ook niet lekker.

Ridders draven onvervaard. – Maar hoe ziet ‘vervaard’ draven er eigenlijk uit?

Niemand wil onbeschoft lijken.-Maar roept iemand ‘Beschoft’ dan schrik je net zo erg.

Puppy’s spelen onbevangen.- Maar ze kunnen wel ‘bevangen’ zijn door de kou, dat zegt m’n oma weleens.

Zegt iemand onverhoopt? Zoals in onververhoopt gleed er een slang voorbij.

slang

–Hoezo? Wat is dan ‘verhoopt’? Is dat iets wat je heel hard moet zitten doen maar dat toch weleens mislukt, en dat het dan onverhoopt mislukt?

Onwillekeurig is dit het laatste woord. – Dat is niet expres maar helemaal  ‘willekeurig.’

Homs speurwerk

springen

Dit is een onvervaarde sprong, hi hi.

Hom vond een het een leuk rijtje, uit mijn schrift. Met zijn braillelezer zocht hij voor me op internet. Hij zag woorden die in het Middelnederlands nog echt bestaan hebben. Wow ik heb Middelnederlands taalgevoel!!

geten = moeite doen voor iets, zin hebben in iets. Het komt van getan.

Nozel = schade doen, het is van dezelfde wortel als noise ‘herrie’

Passelijk is hetzelfde als goed te pas = gezond of in orde. Sam zegt weleens ‘Ze zijn goed te pas’ Dat zeggen ze in Deventer.

Vervaard = bang en daar zit vaar in net als in fear ‘angst’ en Gefahr ‘gevaar’

Beschobt of beschoft = opgepoetst of –gewreven van schob zoals in schobbejak.  Info: Schobbejak is een paal waar koeien met jeuk zich aan schuurden.

De ´bijenkrant´

Bijen vertellen elkaar het laatste nieuws met danspasjes. Het zijn eeeuwenoude dansjes die alle bijen op de hele wereld herkennen. De verkennerbijen dansen twee halve cirkels. Zo weet de rest ze waar de honing is. Want tussen de twee cirkels kun je een streep trekken. Die streep ligt in de richting waar ze heen moeten vliegen.

Bijen vertellen elkaar ook hoe ver de honing is. Want als het ver is, maken ze meer rondjes om de twee cirkels heen. Ze dribbelen daarbij op hun bijenpootjes. Zo geven  ze precies aan waar rotspunten zijn. Daar moeten bijen dan omheen vliegen.

Bijen weten dus goed waar ze aan beginnen voor ze op reis gaan. Dansen is voor bijen net zoiets als de krant lezen. Zo weet je de laatste nieuwtjes.

stampspinnen en scheetharingen

Sam had wel gelijk. Dierensignalen zijn oeroud. Dierentaal heeft een vaste volgorde. Ook de taal zelf verandert niet.

Spinnen zijn meestal blind. Ze waarschuwen elkaar met rukjes aan hun web. Hun jongen roepen ze door te stampen op de draden van hun web. ‘Eten!’ klinkt de trilling dan door het spinrag. En dan komen de kleine spinnetjes eraan. Ze genieten mee van een dikke bromvlieg. Als de vlieg nog leeft, stampt de moederspin om te waarschuwen: Terug naar je kamer!

Haringen zenden een soort morsecodes uit. Die duren van 0.05 tot 0,4 seconden. Het geluidje lijkt op een scheetgeluid. Daarmee vertellen ze elkaar:

Opgelet!
Verandering van zwemrichting
Roofvissen in zicht
Alarm
Let even op wat voor stemgeluid ik maak, ik wil je laten merken hoe ik me voel
Verzamelen van de hele school vissen
De knettergeluidjes die deze signalen maken klinken als scheetjes. quest.nl/artikel/schetende-haring

mierentaal

Mieren praten niet met woorden. Maar ze geven elkaar wel seintjes. Dat doen ze met minstens tien geurtjes. Die maken ze met hun kop, borst en achterlijf. Door die geurtjes en met hun voelsprietbewegingen vertellen ze:

Kom helpen het nest verdedigen!
Laten we het nest groter gaan maken
Wie gaat er mee eten zoeken?
Geef de koningin te eten!
Was de koningin!
Draai de miereneitjes om!
Begraaf die dode mier!
Ik ben kindermeisje.
Ik doe de boodschappen.
Verdwijn diep in ons hol! Er is een vijand in aantocht!
Omsingel die prooi!
Stop onmiddellijk met deze mars!
Ten aanval (in een bepaalde richting)!
Die kant op lopen voor de eetzaal.
Die kant op lopen voor de uitgang.
Die kant op lopen voor de tuinen.

Parasolmieren onderhouden schimmeltuinen. Ze melken luizen. Het zijn net akkerbouwers en veehouders tegelijk. En ze wonen en werken altijd in een grote boomhut. Mensen krijgen zo´n strakke organisatie niet vanzelf voor elkaar.

 

Mijn naam is Haas

‘Mijn naam is Haas en ik weet van niks.’ Ja ja. Buurvrouw Greet gaat soep koken voor in de muziektent. Maar ze belooft dat ze net zal doen of ze van niks weet.
Met een knipoog zegt ze: ‘Mijn naam is Haas en ik weet nergens van.’

 
In Duitsland bestond ruim 150 jaar geleden een echte Victor Hase. Deze student uit Heidelberg zei tegen de universiteitsbestuurders ‘Mijn naam is Hase en ik weet nergens van.’

Terwijl hij echt wel wist dat zijn medestudent weggerend was voor gevangenisstraf. Hij had gevochten. En Victor had hem zelf naar Frankrijk helpen vluchten. Maar omdat Victor het niet zelf was, bleef hij maar zeggen: ‘Mijn naam is Hase.’ Met andere woorden: ‘Denkt u nou echt dat ik die vechtjas ben? U hoort toch dat ik Victor Hase heet.’

Vandaag denkt iedereen dat het echt over een hazenbeest gaat. Niemand kent Victor Hase nog. Toch is het met hem begonnen, dat we het zo zeggen.

haas

bah bah

Elke familie kent wel van die woordjes. Sommige heb je met elkaar verzonnen. Soms was er een piepklein familielid.  Die verhaspelde woordjes. En dat klonk zo grappig. Iedereen ging het vanzelf ook gebruiken, zo’n woordje.

Andere heb je overgenomen van een ander Dodo en pipi zeggen alle Fransen. Ze bedoelen dormir ‘slapen’ en pisser ´plassen.´ Wie zou daarmee zijn begonnen? Iemand met invloed op een heel land!

  1. Maak een lijst met 26 regels. Voor elke letter van het alfabet één..
  2. Neem mee verjaardag of familiefeestje. Ga langs de mensen en vraag ze om familiewoorden in te vullen bij elke letter.
  3. Ga daarna iedereen langs en vraag of ze een vinkje willen zetten bij elk woord dat ze herkennen.

 

Wat had U gehad willen hebben?

De ober vraagt wat je wilt. Want wat niet is kan komen.
Toch antwoorden de meeste mensen in de verleden tijd:

´De koster? Hij had graag spek in de pan.´
Of tegen een vriend : ‘Bij jou waren we frietjes gaan eten, had je dan niet liever iets knapperigs gehad?.’

Wenstaal gaat over iets dat er nu niet is, maar dat wel kan komen. Sommige talen hebben daar speciale wenswerkwoordvormen voor. Zoiets als ‘men neme’ een liter water’ in recepten.

Soms is het gewoon fijn om te dromen over de vakantie. ´Dan ging ik een tandem kopen en met die tandem gingen we dan naar de dierentuin.´ In de echte vakantie ga je misschien fijn met de trein naar de dierentuin. Want je kan zo gauw geen tandem vinden. Of je bent die tandem allang vergeten.

Soms hebben mensen het over wensen die alleen in hun fantasie bestaan. Bijvoorbeeld:
‘Ik zit hier voor het vensterglas, onnoemelijk te vervelen,
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan konden we samen spelen.’ Godfried Bomans 1971

Of iemand die dorst heeft: ‘Als ik nou een zwembad vol limonade had, dan had ik nooit meer dorst.’ Het leuke van die fantasie is, dat je er samen met goede vrienden om kan lachen. Of er verder over dromen. Aan vreemden vertel je zoiets natuurlijk nooit.

Wat had jij graag gehad willen hebben? Maak af: ‘Ik wou dat ik ….. was….dan…..’

Eenmaal andermaal

Hiermee verklaar ik de koop voor gesloten.

Taalhandelingen beginnen vaak met een vaste uitdrukking. Zoals de veilingmeester zegt: ‘Hierbij verklaar ik de koop voor gesloten.

Ken jij er nog zo een? Een taalhandeling waarmee iets gebeurt? Iets officieels bijvoorbeeld?

trouwringen
vergaderhamer

Uit Hoofdstuk 8: Taal als een jas

Even later liggen we op zolder in bed.
‘Het wachtwoord is “mijn”.’ Sam praat met een basstem in het donker.
Dan barsten we in lachen uit. Eindelijk kunnen we erover praten.
‘Ja, wat wás dat nou voor een woord?’ wil Kelly weten. ‘Wist jij dat Lars?’

klompen
‘Mijn? Goudmijn? Ontplofmijn? Dagobert-Duckmijn?’ Lars en ik roepen door elkaar.
‘Ik had weleens een filmpje gezien,’ legt Lars uit. ‘Daar had iedereen een knopje,net als bij een quiz. Wie het eerste drukte, moest iets kopen. En ze betaalden de prijs die de klok aanwees.’
‘O, dus jij wist het, jij wist het gewoon,’ houdt Kelly vol.
‘Mijn,’ bromt Sam opnieuw. ‘Jouw machtwoord is ons wachtwoord.’
Lars en ik gieren van de lach.
‘Toen die mensen iets kochten, snapte ik het. Toen wist ik dat het een veiling moest zijn. Alleen, ik zag nergens knopjes om op te
drukken.’
‘En toen spitste Lars zijn elfenoortjes.’ Ik zing bijna.
Kelly snapt het en proest in haar kussen. ‘Dobbi.’
Lars mompelt: ‘Die klok stond stil, elke keer als er iemand
‘mijn’ riep, stond hij stil.’
‘Dus toen dacht jij: “En nu ik.”’ Sam vindt het wel cool.
Kelly roept: ‘Ach, hij kon gewoon geen seconde langer
stil zijn. Geef het nou maar toe.’
‘Super veel groente man, we zijn binnen,’ denk ik.
Sam heeft over die veiling na zitten denken: ‘Als je maar
weet wat je moet zeggen.’
Dat is precies wat ik zat te denken. ‘Als je de goede
woorden maar weet.’
‘Taal is net een jas. En met woorden als schoenen aan je
voeten kom je overal.’
‘Huh,’ zegt Kelly, ‘waar slaat dat nou op?’

‘Eigenlijk doen we nou met taal wat we eerst met verkleedkleren deden.’
‘Wat dan?’ wil Lars weten.
‘We praten als iemand die tafels kan lenen. Of soep kan serveren.’
‘Neem het goede woord in je mond en, hoep, de grote mensen nemen je serieus.’

( pagina 71 )

 

veilingklok

Uit Hoofdstuk 9: Reclamemakers

Sam maakt foto's van bedrukte t-shirts

Het was stom toeval dat we die krantenfoto  hadden ontdekt die ochtend. Dat kwam eigenlijk door de regen. Na het ontbijt waren we naar binnen gevlucht en Diet had stiften en witte shirts, die we konden gaan versieren. De stiften waren textielstiften die Diet speciaal voor regenweer had gekocht.

‘Is er ook papier?’ Sam was bij de tafel blijven staan. ‘Want we moeten nog reclame maken voor ons optreden in de muziektent.’
‘Reclamebureau Spikes en co,’ had Lars gezegd met een hand vlak boven Sams haar. Kelly was alvast een lijst van reclameplekken gaan opstellen. Ze had er 29 bedacht. De gymzaal, de supermarkt, de bushaltes en nog zo wat. Daar konden we allemaal reclame voor de soepactie hangen ….

Lars had gerijmd: ‘Proef soep uit de soeppan, Doe goed, voel je goed man!’
En Sam had goedkeurend geroepen: ‘Oe, oe.’
Maar Kelly had krullen rond haar pan getekend. Daaronder had ze in dikke letters geschreven: ‘Proef soep, kom in de rij,
Doe goed, koop verwennerij!’
Want haar tante Esselien zei dat woord altijd. Verwennerij.
‘En die kookt altijd soep. Dus …’
‘Dus …’ hadden we met ons drieën geroepen.

Zo hadden we allerlei plannetjes voor reclame. Sam had er foto’s van gemaakt met zijn telefoon.

( pagina 74 en 76)

geheime opdracht

schrijvend2
In een boek staan nooit  twee woorden hetzelfde, niet naast elkaar tenminste. Soms lees je dat mensen praten. En dan zeggen ze in het echt weleens twee woorden hetzelfde.
Dus dus deze zin staat niet in een boek.
Want er staat Dus dus.
En bijna nergens staat in een boek eh’ of ‘ehm.’ Of misschien alleen als er een stotteraar aan het woord is.

Maar in echte gesprekken zegt iedereen weleens een woordje nog een keer. Iets wat je zelf hebt gezegd of wat een ander net gezegd heeft. Praten is soms net een dansje. Het voelt fijn als een ander een woord van jou herhaalt. Want dan weet je zeker dat het is gehoord.

1. Deze opdracht is geheim. Dus niets zeggen tegen je vriend(in). Tel alleen de keren dat zij eh of  ehm gebruiken.

2. Vertel wat je hebt geteld en vraag of ze het ook bij jou doen..

3. Probeer samen elke keer dat je eh of ehm wilt zeggen tja uit. Dus niet: ‘Gisteren waren we, eh, naar het, eh, zwembad.’  Maar ‘Gisteren waren we, tja, naar het, tja, zwembad.’

4. Welke woordjes kun je nog meer als leeg vulwoordje gebruiken? Nou? Echt? Eigenlijk? Zoiets als?

De plek waar ‘mijn’ nog machtig klinkt

veilingklok

Spullen waar veel kopers op af komen, staan op Marktplaats.

Maar er zijn ook plaatsen waar een veilingmeester ze verkoopt. Meestal is dat vers koopwaar zoals bloemen of fruit en groente. Versproducten moeten snel verkocht worden.

Daar hebben ze op de veiling een manier voor:
De veilingmeester biedt de spullen één voor één te koop aan. Iedereen mag de prijs roepen die ze ervoor willen betalen. Om ervoor te zorgen dat het geen geschreeuw wordt, laat de veilingmeester een veilingklok lopen. De veilingklok wijst Euro’s en centen aan in plaats van minuten en uren.

Zodra de wijzer bij een bedrag aankomt, kan iemand ‘MIJN!’ roepen. Dan is dat de prijs die de koper moet betalen.

Maar de klok is nog niet uitgedraaid. Als iemand anders meer wil betalen, kan die ‘MIJN!’ roepen wanneer de wijzer een hogere prijs aanwijst. Het blijft spannend. De koop is pas zeker als de veilingmeester de wijzer stilgezet heeft. De hoogste bieder is de koper van die ronde.

Veilingtaal doet iets want je kunt er een koop mee sluiten. Daarom is mijn roepen een taalhandeling.op de veiling.

antwoorden raadsels dierengeluiden

Antwoord 1: Naar zijn baasje bellen.  (bellen = blaffen in het Duits)

Antwoord 2: Hij zingt coqorico. Volgens de Fransen kraaien hanen niet maar ze zingen.

Antwoord 3: Blèren (je schrijft blairir).

Antwoord 4: Met balken.

Antwoord 5: Hij blèrt tot er een Nederlandse ezel komt. Want Franse ezels blèren en balken niet.

Antwoord 6: Franse kalkoenen zeggen ‘glou-glou-glou.’ (Dat klinkt als een fles die je leegschenkt.)

Wist je dat kalkoenen50 verschillende signalen maken?  De bekendste kreet van een kalkoen maakt hij om zijn erf te bewaken. Het is 100 meter verderop te horen. Kalkoenen kolderen. Dat heet zo in oud Nederlands, dat geluid dat kalkoenen maken.

Antwoord 7: de Prrrr Talieloevogel uit Pluk van de Petteflet.

veilinkje spelen

Wil je voelen hoe dat werkt? Als je met ‘mijn’ zeggen koopt?

Veil met vier kinderen stickers. Of kies iets anders dat je allevier graag wilt hebben. Verder heb je nodig: telefoon in houder, zakje pinda’s, vier bakjes.

Betaal met pinda’s die je eerlijk over vier bakjes verdeelt.

Neem 10 seconden per ronde. Je gebruikt de stopwatch functie van je telefoon. 1 seconde is 1 pinda, 2 seconden twee pinda’s etc.

Vier rondes lang speelt één kind veilingmeester. De veilingmeester zet de telefoon goed zichtbaar op tafel. Zodra de stopwatch loopt, mogen de anderen mijn roepen.

Roep je bij drie seconden mijn, dan moet je na tien seconden met drie pinda´s betalen. Doe de pinda´s in het bakje van de veilingmeester en pak de sticker.

Dat geldt niet als iemand anders nog mijn roept voordat de tien seconden voorbij zijn. Bijvoorbeeld ´bij 7´ seconden. Want dan betaalt dat kind zeven pinda´s. Alleen de hoogste bieder betaalt. Jij met drie hoeft dan dus niets te betalen.

Recept voor brandnetelsoep

Pluk! Was! Laat! Snijd! Kook! Voeg toe! Roer!

Dat klinkt een beetje als commanderen. Dat leest niet fijn, vonden ze vroeger. Daarom bedachten ze een speciale manier. Die manier is om recepten in de wensvorm te stellen. Met een speciale vorm van het werkwoord die op -e eindigt:

Men zette klaar:

vergiet, grote pan, ,grote snijplank, mesje, houten lepel met een lange steel, keukenhandschoenen, boodschappentas, 4 bouillonblokjes, zout en peper.

Men houde vooral rubber handschoenen aan tot alles in de pan zit.

Tip: Als je de brandnetels kookt, prikken ze niet meer.

  • Men plukke de toppen van brandnetelplanten met keukenhandschoenen.  Boodschappentas vol = klaar.
  • Men wasse de brandnetels met handschoenen aan.
  • Men droge de brandnetels in een vergiet.
  • Men snijde de brandnetels in smalle reepjes.
  • Men stoppe de brandnetels in een grote pan.
  • Men giete daar 2 liter water bij.
  • Met zette het vuur onder de pan hoog.
  • Men wachte tot er luchtbellen op het water bubbelen,
  • men voege er vier kruidenbouillontabletten aan toe.
  • Men roere met een grote houten lepel.
  • Met legge de deksel op de pan en 5 minuten laten koken.
  • Men voege zout en peper toe naar smaak.Sprookjes beginnen met ‘Er was eens’ en toen en toen en toen
    Recepten hebben korte zinnetjes met veel opdrachten. Zo heeft elke tekstsoort wat anders.

Komt een kikker bij een koe…

Moppen. Valt je ook iets aparts op aan het begin?

Komt een kikker bij een in het weiland en zegt:

(met vingers je mondhoeken wijd trekken)  ‘Hallo, hoe heet jij?’

‘Ik ben een paard en ik eet haver.’

´O leuk, ik ben een breedbekkikker, daag!´

De breedbekkikker gaat verder tot hij een koe tegenkomt. ‘Hallo, hoe heet jij?’

‘Ik ben een koe en eet gras.’

´O leuk, ik ben een breedbekkikker, daag!´

Komt hij een ooievaar tegen. ‘Hallo, heet heet jij?’

‘Ik ben een ooievaar en ik eet breedbekkikkers.’

‘O.’ (zuinig mondje) Nooooit van gehoord.

Ten strengste verboden

Heb je weleens gevlogen? Weet je nog wat de stewardes dan zegt aan het begin van de reis? Wat valt jou op:

‘Roken? Dat is ten strengste verboden.  NIET roken en NIET in paniek raken.

Hoge hakken? Dat is ten zeerste af te raden.  En NIET zonder zwemvest  naar buiten.

De snelste manier naar de nooduitgang is via de laagste lichtjes in het midden. NIET wachten tot het grote licht aangaat.

NIET haasten. Het zuurstofmasker kunt u het makkelijkst aandoen door de grootste kalmte te bewaren.’

Behalve NIET hoor je ook een speciale vorm. Valt jou op welke?