Als de tosti’s op zijn, blijven we nog even zitten.
Dikbuiken,
noemt Hom het. Lars zegt dat ze bij hem thuis ook een eigen woord hebben:
Pietjenen. ‘Voor als iemand als een
“Pietje precies” aan het opruimen is,’ legt hij uit.
Grappig, zulke familiewoorden. Je kunt ze raden maar je kan
het niet bedenken. Fornuinig, zeggen wij thuis. ‘Gezellig, als mama koekjes bakt bij het fornuis of zo. Opa en oma zeggen het ook.’
Sam denkt na: Kek, is dat een familiewoord?’
Kelly springt op: ‘Nee joh, dat zeggen ze in Amsterdam ook!’
Ze maakt een radslag.
Hom voelt een licht briesje: ‘Meisje, wat wapper je toch?’
( pagina 84 )
‘Mijn naam is Haas en ik weet van niks.’ Ja ja. Buurvrouw Greet gaat soep koken voor in de muziektent. Maar ze belooft dat ze net zal doen of ze van niks weet.
Met een knipoog zegt ze: ‘Mijn naam is Haas en ik weet nergens van.’
In Duitsland bestond ruim 150 jaar geleden een echte Victor Hase. Deze student uit Heidelberg zei tegen de universiteitsbestuurders ‘Mijn naam is Hase en ik weet nergens van.’
Terwijl hij echt wel wist dat zijn medestudent weggerend was voor gevangenisstraf. Hij had gevochten. En Victor had hem zelf naar Frankrijk helpen vluchten. Maar omdat Victor het niet zelf was, bleef hij maar zeggen: ‘Mijn naam is Hase.’ Met andere woorden: ‘Denkt u nou echt dat ik die vechtjas ben? U hoort toch dat ik Victor Hase heet.’
Vandaag denkt iedereen dat het echt over een hazenbeest gaat. Niemand kent Victor Hase nog. Toch is het met hem begonnen, dat we het zo zeggen.
Een paardenhoofd buigt zich naar Kelly toe, haast zo groot als haar hele T-shirt. Ze fluistert schor in zijn oor: ‘We hebben het héle dorp uitgenodigd voor de muziektent.’
Haar vingers strelen de bles op zijn neus.
‘Ben je niet bang dat hij hapt?’ vraagt Sam vanaf veilige afstand. ‘Wat? In mij? Welnee,’ roept Kelly. ‘Zijn oren staan toch naar voren.’
Sam weet zeker nog niet dat Kelly paarden kent uit de manege.
‘Kelly kent paardentaal!’ Ik wil de boel wat opvrolijken. ‘Kelly kent paardentaal.’ Maar Sam is chagrijniger dan aan het ontbijt.
‘Dat is geen taal, dat zijn oeroude signalen,’ zegt hij peinzend.
Iris kwispelt. Ze kan hier loslopen op het gras.
‘Kreun, ik mis de signalen van mijn hamster,’ jammert Kelly.
Ze haakt haar arm in de mijne. ‘Mis jij Serafijn niet?’
Maar ik ga er niet op in. Ik wil soep maken.
( pagina 80 )
Sam had wel gelijk. Dierensignalen zijn oeroud. Dierentaal heeft een vaste volgorde. Ook de taal zelf verandert niet.
Spinnen zijn meestal blind. Ze waarschuwen elkaar met rukjes aan hun web. Hun jongen roepen ze door te stampen op de draden van hun web. ‘Eten!’ klinkt de trilling dan door het spinrag. En dan komen de kleine spinnetjes eraan. Ze genieten mee van een dikke bromvlieg. Als de vlieg nog leeft, stampt de moederspin om te waarschuwen: Terug naar je kamer!
Haringen zenden een soort morsecodes uit. Die duren van 0.05 tot 0,4 seconden. Het geluidje lijkt op een scheetgeluid. Daarmee vertellen ze elkaar:
Opgelet!
Verandering van zwemrichting
Roofvissen in zicht
Alarm
Let even op wat voor stemgeluid ik maak, ik wil je laten merken hoe ik me voel
Verzamelen van de hele school vissen
De knettergeluidjes die deze signalen maken klinken als scheetjes. quest.nl/artikel/schetende-haring
Eet je weleens in een restaurant ? Zo’n eethuis met een Franse naam. Vaak zie je erallemaal Franse woorden.
Je kent misschien menu du jour uit restaurants? Neem eens een schrift mee naar een restaurant. Welke woorden horen bij elkaar? Vraag iemand wat de woorden betekenen in het Nederlands.
Bijvoorbeeld de drie woorden menu du jour = één woord in het Nederlands ‘dagmenu’
Zie je er nog meer? Welk woordje gebruiken de Fransen vaak tussen twee woorden die bij elkaar horen? Als je op ballet zit weet je vast nog wel meer voorbeelden. Denk aan pas de deux = ‘liefdesdans’
Schrijf me! carlijn@taalalseenjas.nl