Diet schrijft achter haar naam: klontjessoep . Het is waar, we hebben niet alle klontjes eruit gekregen met die stokbroodstok.
Maar de vrouw naast Diet snuift:
‘Je kunt toch moeilijk anders beweren over je eigen soep.’
Denkt ze nou echt dat Diet die soep zelf heeft gekookt?
Een vrouw knikt heftig met haar grijze krullen.
‘Dat steunt haar eigen goeie doel. Zo gaat dat tegenwoordig.’
Diet lepelt kalm verder en lacht de dames nog eens toe.
Tot nu toe, willen alleen brommerjongens soep kopen. Maar de toespraak van buurvrouw Greet brengt daar verandering in. Als ze de microfoon vraagt, kijkt ze gretiger dan ooit.
‘Beste Olmcopers. Deze week had ons dorp vier bijzondere kinderen te gast. Ze kwamen uit alle hoeken van het land logeren bij onze dorpsgenoten Hom en Diet. Zoals u allemaal weet, wer?’ De buurvrouw staat met haar hand in haar zij en lacht naar Diet.
‘Wat u niet weet, weet ik als buurvrouw van Hom en Diet wel. Deze groep kinderen heeft de hele week stiekem lopen doen.’ Ze kijkt langs alle negen hoekenvan de muziektent het plein over. De oudere mannen mompelen en spugen op de grond. Een paar moeders roepen: ‘Ooh!’ Ze weten niet wat ze daarvan moeten denken.
Dan praat Greet verder: ‘In het grootste geheim werkte dit slimme stel namelijk aan een plan om Hom en Diet te verrassen.’
Bij het laatste woord gaat er een golf van gefluister door de mensenmassa.
( pagina 108 )