Uiteindelijk raadt een brandweerman het.
‘Tingelsoep, dat is dialect voor brandnetelsoep.’
Het is Victor van Vuuren. Hij is in tenue want hij draait evenementendienst. Hij is dus ingeroosterd om vandaag te werken.
Hom is op tijd terug voor de beat-box-muziek. Hij ploft met een verwaaid kapsel op een stoel en mompelt ‘Het geluk heeft toegehapt.’
Alle jongens rond de muziektent staan Sam na te doen. Ze maken klikklanken met hun wangen en tong, en plofklanken met hun lippen en tanden. Ze sissen door hun tanden en blazen langs hun vuisten.
Maar niemand kan wat Victor kan. Hij laat vanaf het podium de bluswagen in de maat knipperen. Sam is ingelukkig: alle Olmcopers van zestien jaar én de brandweer! Met zulk publiek is zijn masterclass meteen al een succes.
( pagina 109 )