De ‘onderste’ kan je zeggen. En ‘onder’ ook. Maar wat is on? Ik weet het niet. Kelly zegt het voor de grap als ik mijn sokken weer eens kwijt ben:
‘Nee niet in de onderste la, en niet eronder, ze liggen gewoon on.’
En als ik ze dan nog niet heb, roept ze: ‘Kijk eens bovener.’ Dat is natuurlijk om mij gek te krijgen.
Kelly’s moeder verstopt de koekjes bovenop de kast. Maar boven de bovenste plank staat soms niets. Dan zijn de koekjes op en blijven de kleuters zeuren: ‘Mama kijk eens bovener!’ Daar heeft Kelly dat woord van overgenomen. Zo groeit familietaal.
Hom en Diet gebruiken soms een heel oud rijtje. Aan top staat naast en dan komt ‘nader’ en onderaan ‘na,’ volgens Hom. Kelly en ik hebben het nog nooit gehoord. Diet zegt dat je het over mensen kan zeggen:
‘Hom staat me het naast.
Iris staat me na (aan het hart). Maar dat is maar een hond.
Daarom staat Carlijn me nader.’
Nou ik vind buitenlands klinken. Belgisch ofzo.
Net als ‘Ik zie je graag.’ Want dan bedoelen ze: Ik hou van je. Dat weet Kelly dan weer van een Belgische jongen op de camping.