Probeer je eens voor te stellen,. Je bent bij opa en oma en je moeder zegt aan tafel:
‘Mag ik het brood?’
Maar papa zegt: ‘Schoonmoeder vergun mij een bakseltje?’
Of mama zegt tegen opa: ‘Pa, kom je vissen?’
Maar papa kan dat niet. Hij mag alleen maar vragen aan opa: ‘Schoonvader, ga mee opdat wij waterdieren vangen’
In Australië spreken Dyirbalmensen mensen twee talen. Tegen hun schoonfamilie spreken ze Jalnguy. Dat spreek je uit als Djalnuhgoei. Het is een beleefde taal met omslachtige woorden. Met hun eigen familie praten ze gewoon duidelijk in het Guwal.
Jalnguy en Guwal zijn twee talen. Maar het zijn alletwee moedertalen van de Dyirbal mensen. De Guwaltaal heeft andere woorden dan de Jalnguytaal.Ook Dyirbal kinderen praten al anders tegen hun vaders broer dan tegen zijn vrouw.
‘Oom kom je vissen?’
Maar: ‘Vrouwe van mijn oom, sta mij toe waterdieren te vangen, maar met uw goedkeuring alleen.’’
Na deze voorbeelden van Djalnuhgoeijs kun jij het ook eens uitproberen. Spreek met een aantal kinderen af. Tegen wie praten jullie je op z´n Djalnuhgoeijs. Bijvoorbeeld tegen alle ouders. Gebruik algemene woorden, dus zeg ‘waterdieren’ in plaats van ‘vissen.’